STATUTEN
ARTIKEL 1 – Naam, zetel en rechtsbevoegdheid
​1. De vereniging is genaamd: Tafeltennis Goes, hierna te noemen: de vereniging. Zij heeft haar zetel in de gemeente Goes.
2. De vereniging bezit volledige rechtsbevoegdheid.
3. De vereniging is ingeschreven in het door de Kamer van Koophandel gehouden handelsregister onder nummer NUMMER.
ARTIKEL 2 – Duur
1. De vereniging is opgericht voor onbepaalde tijd.
2. Het boekjaar, tevens verenigingsjaar, loopt van één januari tot en met één en dertig december.
3. De vereniging is opgericht in het jaar 2020.
ARTIKEL 3 – Doel
1. De vereniging heeft ten doel het (doen) beoefenen en het bevorderen van de tafeltennissport in al zijn verschijningsvormen.
2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a. lid te zijn van de Nederlandse Tafeltennisbond (hierna te noemen: de NTTB);
b. deel te nemen aan de door de NTTB georganiseerde of goedgekeurde wedstrijden;
c. zelf wedstrijden op het gebied van de tafeltennissport of andere vormen daarvan te organiseren;
d. het bieden van de benodigde accommodatie.
2. De vereniging mag geen winst onder haar leden verdelen.
ARTIKEL 4 – Lidmaatschap
1.a. Leden zijn die natuurlijke personen, die door het bestuur als lid zijn toegelaten.
b. Alleen degenen die voor de duur van hun lidmaatschap ook lid zijn van de NTTB, kunnen lid zijn van de vereniging.
2. Tot het lidmaatschap van de vereniging kunnen niet worden toegelaten degenen, die niet tot het lidmaatschap van de NTTB worden toegelaten, of van wie de NTTB het lidmaatschap heeft beëindigd.
3. Ingeval van niet-toelating door het bestuur kan op verzoek van betrokkene de eerstvolgende algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten, zulks met inachtneming van het in lid 2 van dit artikel bepaalde.
4. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een lid wegens zijn bijzondere verdiensten voor de vereniging het predicaat “erelid” verlenen.
5.a. Het bestuur houdt een register bij waarin de namen, adressen en geboortedata van de leden zijn opgenomen; een en ander op een door de NTTB aan te geven wijze.
b. Het bestuur draagt er zorg voor dat degenen die als lid tot de vereniging wensen te worden toegelaten, worden aangemeld bij de NTTB.
ARIKEL 5 – Rechten en verplichtingen
1. De vereniging en de NTTB kunnen, voor zover uit de statuten van de vereniging onderscheidenlijk van de NTTB niet het tegendeel voortvloeit, ten behoeve van de leden rechten bedingen.
De vereniging kan in een voorkomend geval ten behoeve van een lid nakoming van bedoelde rechten en schadevergoeding vorderen, tenzij het lid het bestuur onderscheidenlijk het bestuur van de NTTB schriftelijk mededeelt het betreffende bestuur daartoe te machtigen.
2. De vereniging en de NTTB kunnen, voor zover dit in de statuten van de vereniging onderscheidenlijk van de NTTB uitdrukkelijk is bepaald, ten laste van de leden verplichtingen jegens derden aangaan, uitsluitend voor zover de desbetreffende algemene vergadering het bestuur daartoe vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft verklaard.
3. Voor zover van toepassing gelden de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde rechten en verplichtingen ook ten opzichte van het lid jegens de vereniging.
4. Tenzij in deze statuten anders is bepaald worden in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel bedoelde bevoegdheden uitgeoefend door het bestuur.
5. De vereniging kan door een besluit van het bestuur, van de algemene vergadering of van een ander orgaan verplichtingen – al dan niet van financiële aard – aan de leden opleggen.
6. De leden zijn verplicht zich jegens elkaar en jegens de vereniging te gedragen naar hetgeen door de redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd.
7. De leden zijn gehouden:
a. de statuten en reglementen van de vereniging, alsmede de besluiten van het bestuur, van de algemene vergaderingen of van een ander orgaan van de vereniging na te leven;
b. de statuten en reglementen van de NTTB, de besluiten van een orgaan van de NTTB, alsmede de van toepassing verklaarde wedstrijdbepalingen na te leven;
c. de belangen van de vereniging en/of de NTTB en/of haar organen en/of van de tafeltennissport in het algemeen, niet te schaden.
ARTIKEL 6 – Straffen
1. a. In het algemeen zal strafbaar zijn zodanig handelen of nalaten dat in strijd is met de wet, dan wel met de statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de vereniging, of waardoor de belangen van de vereniging worden geschaad.
b. Tevens zal strafbaar zijn zodanig handelen of nalaten dat in strijd is met de wedstrijdbepalingen, alsmede met de statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de NTTB of waardoor de belangen van d NTTB, dan wel van de tafeltennissport in het algemeen worden geschaad.
2. Indien de algemene vergadering een Tuchtreglement heeft vastgesteld, geschiedt de behandeling van overtreding met inachtneming van het bepaald in het Tuchtreglement en geschiedt de beoordeling en bestraffing van overtredingen door de organen, die in het Tuchtreglement daartoe zijn aangewezen.
Geschiedt de behandeling door een tuchtcommissie en door een commissie van beroep dan zijn deze als organen van de vereniging te beschouwen.
3. a. Daargelaten de bevoegdheid van de NTTB om overtredingen, als bedoeld in lid 1 onder b van dit artikel te bestraffen, is het bestuur bevoegd om overtredingen te bestraffen, tenzij het Tuchtreglement een ander orgaan aanwijst.
b. Indien in het Tuchtreglement geen ander orgaan wordt aangewezen, kan een lid van een opgelegde straf in beroep gaan ij de algemene vergadering, met inachtneming van het in het Tuchtreglement of anders van het hierna in lid 8 van dit artikel bepaalde.
4. a. In het geval van een overtreding, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, kunnen de volgende straffen worden opgelegd:
1. berisping;
2. schorsing;
3. ontzetting uit het lidmaatschap (royement);
4. uitsluiting van deelneming aan wedstrijden, hetzij voor een bepaalde duur, hetzij voor een in de straf bepaalde aantal wedstrijden;
5.ontzegging van het recht om één of meer in de straf genoemde functies voor een in de straf genoemde termijn uit te oefenen;
6. geldboete.
b. Van het opleggen van een straf wordt schriftelijk aan het lid mededeling gedaan.
In spoedeisende gevallen kan een opgelegde straf mondeling aan het lid worden medegedeeld.
5. Een schorsing kan ten hoogste voor de duur van één jaar worden opgelegd. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend, met uitzondering van het recht om in beroep te gaan.
6. a. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
b. Nadat het bestuur tot ontzetting heeft besloten, wordt het lid zo spoedig mogelijk door middel van een aangetekende brief met bericht van ontvangst met opgave van redenen van het besluit in kennis gesteld.
7. Geldboetes kunnen worden opgelegd voor die overtredingen en tot ten hoogste die bedragen die vooraf door het bestuur, tenzij het Tuchtreglement daar een ander orgaan toe heeft aangewezen, zijn vastgesteld en op de website van de vereniging zijn gepubliceerd.
8. a. Indien in een Tuchtreglement als bedoeld in lid 2 van dit artikel geen ander orgaan wordt aangewezen, kan een lid van een op grond van lid 3 van dit artikel opgelegde straf binnen een maand na ontvangst van kennisgeving daarvan, in beroep gaan bij de algemene vergadering, tenzij in het Tuchtreglement een andere termijn is vermeld.
b. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep ter zake van een straf als bedoeld in lid 4 letter a onder 2 tot en met 5 van dit artikel is het lid geschorst.
ARTIKEL 7 – Einde lidmaatschap
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door de dood van een lid, in welk geval het lidmaatschap niet vererft;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de vereniging;
d. door ontzetting uit het lidmaatschap, als bedoeld in artikel 6 lid 6;
e. door beëindiging van het lidmaatschap van de NTTB.
2. a. opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur.
b. ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur, tenzij in een Tuchtreglement anders is bepaald.
3. De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen:
a. in de gevallen in de statuten genoemd;
b. wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten die de statuten aan het lidmaatschap stellen;
c. wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren;
d. wanneer de NTTB het lidmaatschap van het lid heeft beëindigd, in welke geval de opzegging met onmiddellijke ingang geschiedt, tenzij het lid tegen de beëindiging van het lidmaatschap van de NTTB op de door de NTTB voorgeschreven wijze bezwaar heeft gemaakt. In het laatste geval is het lid als lid van de vereniging geschorst totdat de beëindiging door de NTTB is bevestigd of ongedaan gemaakt.
4. a. Een lid kan het lidmaatschap opzeggen met inachtneming van het in dit artikel bepaalde.
b. Een lid kan het lidmaatschap voorts met onmiddellijke ingang beëindigen:
1. wanneer redelijkerwijs niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren;
2. binnen een maand nadat een besluit, waarbij zijn rechten zijn beperkt of verplichtingen zijn verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld, inwelk geval het besluit alsdan niet op hem van toepassing is. Deze bevoegdheid tot opzegging komt het lid niet toe wanneer rechten en erplichtingen worden gewijzigd die in de statuten nauwkeurig zijn omschreven, wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen hieronder begrepen;
3. binnen een maand nadat hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing.
5. a. Opzegging van het lidmaatschap kan, onverminderd het hierna onder b bepaalde, slechts geschieden tegen het einde van het boekjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. Op deze termijn is de Algemene Termijnenwet niet van toepassing.
b.In afwijking van het hiervoor onder a bepaalde kan het lidmaatschap met onmiddellijke ingang worden beëindigd in de gevallen als genoemd in lid 3, lid 4 onder b en lid 6 van dit artikel.
c. Een opzegging in strijd met het hiervoor onder a bepaalde doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip, volgende op de datum waartegen was opgezegd.
. Indien een lid door de NTTB uit het lidmaatschap is ontzet of op andere wijze is beëindigd, is het bestuur, na het onherroepelijk worden van deze ontzetting of beëindiging, verplicht het lidmaatschap van het desbetreffende lid met onmiddellijke ingang te op te zeggen.
​ARTIKEL 8 – Donateurs
1. De vereniging kent naast leden donateurs.
2. Donateurs zijn die natuurlijke of rechtspersonen die door het bestuur zijn toegelaten en die zich jegens de vereniging verplichten om jaarlijks een door het bestuur vastgestelde bijdrage te storten.
3. Donateurs hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hen in of krachtens de statuten en/of reglementen zijn toegekend of opgelegd.
4. De rechten of verplichtingen van donateurs kunnen te allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd, behoudens dat de jaarlijkse bijdrage voor het lopende boekjaar voor het geheel verschuldigd blijft.
5. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
6. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van de donateurs zijn opgenomen.
​
ARTIKEL 9 – Bestuur
1. a. Het bestuur bestaat uit ten minste drie meerderjarige personen die door de algemene vergadering uit de leden worden benoemd. Het aantal bestuursleden wordt vastgesteld door de algemene vergadering.
b. Het bestuur bestaat in ieder geval uit een voorzitter, secretaris en penningmeester.
2. Bestuursleden worden kandidaat gesteld door het bestuur of door ten minste drie leden.
De kandidaatstelling geschiedt niet door middel van een bindende voordracht.
3. Ieder bestuurslid wordt benoemd voor een periode van drie jaar en treedt af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Aftredende bestuursleden zijn terstond herbenoembaar. Wie in een tussentijdse vacature is benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn vervanger in.
4. In zijn eerste bestuursvergadering na een benoeming van bestuursleden, verdeelt het bestuur in onderling overleg de functies en stelt het bestuur de taken van de bestuursleden vast en doet hiervan – op de website, door middel van een bericht op de website van de vereniging – mededeling aan de leden.
5. Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van hen geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
6. De algemene vergadering kan een bestuurslid schorsen of ontslaan indien zij daartoe termen aanwezig acht. Voor een besluit daartoe is een meerderheid vereist van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
7. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
-
Door het eindigen van het lidmaatschap;
-
Door bedanken.
ARTIKEL 10 – Bestuursbevoegdheid
1. Behoudens beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
2. Indien het aantal bestuursleden beneden de drie is gedaald, blijft het bestuur bevoegd.
Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen, waarin de voorziening in de open plaats(en) aan de orde komt.
3. Het bestuur is bevoegd uit zijn midden een dagelijks bestuur te benoemen en de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur vast te stellen.
4. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taken te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur zijn benoemd.
5. Het bestuur is, na voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
Op het ontbreken van de in dit lid bedoelde goedkeuring kan door de vereniging tegen derden beroep worden gedaan.
​
ARTIKEL 11 – Vertegenwoordiging
1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.
2. a. De vereniging wordt voorts in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter tezamen met de secretaris of tezamen met de penningmeester, dan wel bij afwezigheid van één van de genoemden tezamen met een ander bestuurslid.
b. Het bestuur is bevoegd aan anderen een schriftelijke volmacht te verlenen, op grond waarvan deze bevoegd zijn de vereniging in de volmacht omschreven gevallen te vertegenwoordigen.
3. a. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan bestuursleden toekomt, is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. Een wettelijk toegelaten of voorgeschreven beperking van of voorwaarde voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging kan slechts door de vereniging worden ingeroepen.
b. De uitsluiting, beperkingen en voorwaarden gelden mede voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de vereniging ter zake van de in artikel 10 lid 5 bedoelde handelingen.
4. Bestuursleden aan wie krachtens de statuten of op grond van een volmacht vertegenwoordigersbevoegdheid is toegekend, oefenen deze bevoegdheid niet uit dan nadat tevoren een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de desbetreffende rechtshandeling is besloten.
5. De vereniging wordt op de vergaderingen van de NTTB vertegenwoordigd door een daartoe door het bestuur aangewezen bestuurslid, die overeenkomstig de reglementen van de NTTB bevoegd is op die vergadering namens de vereniging en de leden aan de stemming deel te nemen.
ARTIKEL 12 – Bestuursverslag. Rekening en verantwoording
1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
2. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier maanden door de algemene vergadering, een bestuursverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid.
Het bestuur legt op papier gestelde balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene vergadering over.
Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
Na verloop van de termijn kan ieder lid in rechte van de gezamenlijke bestuurders vorderen dat de bestuurders deze verplichtingen nakomen.
3. De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een financiële commissie (hierna genoemd: de kascommissie) van ten minste twee personen die geen deel mogen uitmaken van het bestuur.
De kascommissie onderzoekt de in de tweede volzin van lid 2 van dit artikel genoemde stukken en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
Het bestuur is verplicht de kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas van de vereniging en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen.
4. De last van de kascommissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een ander kascommissie.
5. Het bestuur is verplicht de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren, onverminderd het hierna in lid 6 van dit artikel bepaalde.
6. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mist de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave van de gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
ARTIKEL 13 – Geldmiddelen. Contributie
1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit:
a. contributies van de leden;
b. ontvangsten uit wedstrijden en entreegelden;
c. bijdragen van de donateurs, subsidies, giften, sponsoring en andere inkomsten.
2. De leden zijn jaarlijks gehouden tot het betalen van een contributie, die door de algemene vergadering van tijd tot tijd zal worden vastgesteld. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende bijdrage betalen.
De contributie wordt halfjaarlijks geïnd. Voor een lidmaatschap dat op of na één juli van het lopende boekjaar ingaat, is alleen contributie verschuldigd over het tweede halfjaar.
3. Degene aan wie het predikaat “erelid” is verleend, is vrijgesteld van het betalen van contributie.
4. Wanneer het lidmaatschap vóór één juli van een lopende boekjaar eindigt, blijft niettemin de contributie voor het gehele eerste halfjaar verschuldigd.
Wanneer het lidmaatschap op of na één juli van een lopende boekjaar eindigt, blijft niettemin de contributie voor zowel het eerste- als het tweede halfjaar verschuldigd.
5. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen leden gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van de jaarlijkse bijdrage te verlenen.
ARTIKEL 14 – Besluiten van organen van de vereniging
1. Orgaan van de vereniging zijn het bestuur en de algemene vergadering, alsmede die commissies en personen die krachtens de statuten door de algemene vergadering zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij door de algemene vergadering beslissingsbevoegdheid is toegekend.
2. a. Het in een vergadering van een orgaan uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
b. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Van het verhandelde in een vergadering worden notulen gemaakt, die op eerstvolgende vergadering van het orgaan dienen te worden goedgekeurd.
4. a. Een besluit van een orgaan dat in strijd is met de wet of met de statuten, is nietig, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit. Een nietig besluit mist rechtskracht.
b. Is een besluit nietig, omdat het is genomen ondanks het ontbreken van een door de wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling of mededeling aan een ander dan het orgaan dat het besluit heeft genomen, dan kan het door die ander worden bekrachtigd. Is voor de ontbrekende handeling een vereiste gesteld, dan geldt dit vereiste ook voor de bekrachtiging.
c. Bekrachtiging is niet meer mogelijk na afloop van een redelijke termijn, die aan de ander is gesteld door het orgaan dat het besluit heeft genomen of door de wederpartij tot wie het was gericht.
5. a. Een besluit van een orgaan is, onverminderd het elders in de wet omtrent de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar:
1. wegens met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van het besluit regelen;
2. wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid, als bedoeld in artikel 5 lid 6;
3. wegens strijd met een reglement.
6. De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te vorderen, vervalt een jaar na het einde van de dag, waarop hetzij aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven, hetzij een belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd.
7. Een besluit dat vernietigbaar is op grond van het bepaalde in lid 5 onder a van dit artikel, kan door een daartoe strekkend besluit worden bevestigd.
Voor dit besluit gelden dezelfde vereisten als voor het te bevestigen besluit. Bevestiging is niet mogelijk zodra een vordering tot vernietiging aanhangig is. Indien de vordering wordt toegewezen, geldt het vernietigde besluit als opnieuw genomen door het latere besluit, tenzij uit de strekking van dit besluit het tegendeel voortvloeit.
ARTIKEL 15 – Algemene vergaderingen
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet bij de wet of bij, dan wel krachtens de statuten aan de andere organen zijn opgedragen.
2. Jaarlijks wordt uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar een algemene vergadering – de jaarvergadering – gehouden.
Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt, of wanneer het daartoe volgend de wet of de statuten verplicht is.
3. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, onverminderd het bepaalde in lid 4 van dit artikel.
De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen (waaronder begrepen e-mailadressen) van de leden volgens het register bedoeld in artikel 4 lid 5 onder a.
De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste zeven dagen, onverminderd het bepaalde in de artikelen 18 en 19.
Indien een lid hiermee schriftelijk instemt, kan de oproeping geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit doel schriftelijk aan de vereniging is bekend gemaakt.
Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 19.
4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één tiende gedeelte van de stemmen in de algemene vergadering, verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer da vier weken na indiening van het verzoek.
Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig het bepaalde in het vorige lid of door het plaatsen van een advertentie in ten minste één, ter plaatse van de vereniging is gevestigd, veel gelezen dagblad, met inachtneming van de in het vorige lid vermelde oproepingstermijn. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de vergadering en het opstellen van de notulen.
5. De agenda van de jaarvergadering bevat onder meer:
a. vaststellen van de notulen van de vorige algemene vergadering;
b. het bestuursverslag en de rekening en verantwoording als bedoeld in artikel 12 met het verslag van de kascommissie;
c. de benoeming van de kascommissie voor het volgende boekjaar;
d. voorzieningen in eventuele vacatures;
e. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
ARTIKEL 16 – Het leiden en notuleren van algemene vergaderingen
1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur of door zijn plaatsvervanger.
Zijn de voorzitter en zijn plaatsvervanger verhinderd, dan treedt een ander door het bestuur aan te wijzen bestuurslid als voorzitter op.
Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
Tot dat ogenblik wordt het voorzitterschap waargenomen door de in leeftijd oudste ter vergadering aanwezige persoon.
2. Van het verhandelde in elke algemene vergadering worden door een bestuurslid notulen gemaakt. De notulen worden op de website van de vereniging gepubliceerd of op een andere wijze ter kennis van de leden gebracht en dienen door de eerstvolgende algemene vergadering et worden vastgesteld.
ARTIKEL 17 – Toegang en besluitvorming algemene vergadering
1. a. Ieder lid heeft toegang tot de algemene vergadering.
b. Leden die geschorst zijn hebben geen stemrecht en geen toegang tot de algemene vergadering.
c. In afwijking van het onder b bepaalde heeft een geschorst lid slechts het recht op toegang tot de algemene vergadering om daarin voor zijn verdediging het woord te voeren, als diens beroep tegen een aan hem opgelegde straf wordt behandeld.
2. Ieder lid heeft één stem.
3. Ieder lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijke gemachtigd ander lid van achttien jaar en ouder. De gemachtigde kan echter, naast zijn eigen stem, in totaal voor niet meer dan twee andere leden stem uitbrengen.
4. Het stemrecht over besluiten, waarbij de vereniging aan bepaalde personen, anders dan in hun hoedanigheid van lid, rechten toekent of verplichtingen kwijtscheldt, wordt aan die personen en aan hun echtgenoot en bloedverwanten in de rechte lijn ontzegd.
5. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
6. Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen schriftelijk.
7. Over alle voorstellen zaken betreffende wordt, voor zover de statuten niet anders bepalen, beslist bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staken van de stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
8. Bij stemming over personen is degene benoemd, die de meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden tussen de personen, die het hoogste aantal van de uitgebrachte stemmen hebben verkregen en is hij benoemd, die bij die tweede stemming de meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd.
Indien bij de tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot.
9. a. Ongeldige stemmen zijn stemmen die blanco zijn uitgebracht of op enigerlei wijze ondertekend zijn, dan wel iets anders aanduiden dan in stemming is gebracht of andere namen bevatten dan die van de personen over wie wordt gestemd.
b. Ongeldige stemmen blijven bij de vaststelling van een gekwalificeerde meerderheid waar vereist volgens de statuten, buiten beschouwing.
ARTIKEL 18 - Statutenwijziging
1. De statuten kunnen slechts worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet ten minste veertien dagen bedragen.
2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijzigingen woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden.
Bovendien wordt van de voorgestelde wijziging ten minste veertien dagen vóór de vergadering kennis gegeven aan alle leden door middel van schriftelijke kennisgeving.
3. Het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel is niet van toepassing, indien in de algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen worden aangenomen.
4. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste twee derden van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
Indien geen twee derden van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel, zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, een besluit kan worden genomen, mits met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen.
5. a. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Van dit tijdstip wordt mededeling gedaan op de website van de vereniging.
Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurder bevoegd.
b. De bestuursleden zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten in het handelsregister gehouden door de Kamer van Koophandel neer te leggen.
ARTIKEL 19 – Ontbinding en vereffening
1. a. Behoudens het hierna in lid 2 bepaalde is voor een besluit tot ontbinding van de vereniging het bepaalde in artikel 18 lid 1 en lid 2 van overeenkomstige toepassing.
Voorts is het bepaald in artikel 18 lid 3 van overeenkomstige toepassing.
b. Een besluit tot ontbinding behoeft ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste drie vierden van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
c. Indien geen drie vierden van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, een besluit tot ontbinding kan worden genomen, mits met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen.
2. Bij de oproeping van de in dit artikel bedoelde veranderingen moet worden medegedeeld, dat ter vergadering zal worden voorgesteld de vereniging te ontbinden.
De termijn voor oproeping tot zodanige vergadering moet ten minste veertien dagen bedragen.
3. Na ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurders.
Het Bestuur kan besluiten andere personen tot vereffenaar te benoemen.
4. a. Met inachtneming van het hierna onder b bepaalde wordt bij het besluit tot ontbinding de bestemming van een eventueel batig saldo bepaald.
b. Het batig saldo kan uitsluitend ten goede komen aan een instelling die zich een maatschappelijk doel ten doel stelt.
5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdagers van de ontbonden vereniging gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.
6. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1 Boek 2 Burgerlijk Wetboek van toepassing.
ARTIKEL 20 – Reglementen
1. De algemene vergadering kan een Tuchtreglement of andere reglementen vaststellen en wijzigen.
2. Een reglement mag niet strijdig zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.
3. De statuten en reglementen van de vereniging mogen niet in strijd zijn met die van de NTTB.
ARTIKEL 21 – Definitiebepaling. Slotbepaling.
1. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan:
bij brief, fax, e-mail, of bij boodschap die via een ander gangbaar communicatiemiddel wordt overgebracht en elektronisch of op schrift kan worden ontvangen mits de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld;
2. In alle gevallen waarin zowel de wet, deze statuten als de reglementen niet voorzien, beslist het bestuur.
(Deze statuten zijn inwerking getreden op 1 Mei 2020)